Wedstrijdreglement clubcompetitie

2. Wedstrijdreglement clubcompetitie

2-1
De wedstrijdleiding is in handen van Han Nierop en Coos Zijp.
2-2
De wedstrijdleiding bepaalt op de clubavond op welke tafels gespeeld gaat worden. Dit is afhankelijk van de drukte op de betreffende avond.
2-3
Elke clubavond zal de wedstrijdleiding de partijen zodanig indelen, dat iedere speler twee partijen speelt De interval tussen deze partijen zal, indien mogelijk, niet meer bedragen dan drie partijlengtes. Leden, die na 20.30 uur binnen komen, spelen in principe geen partijen meer, mits de wedstrijdleiding is ingelicht over het later verschijnen van het clublid. Hiervan wordt slechts afgeweken wanneer de clubavond alsnog om ca. 23.30 uur beëindigd kan worden. Dit ter beoordeling aan de wedstrijdleiding. Een speler is niet verplicht om na 23.15 uur nog te starten met een partij.
2-4
Niet gespeelde partijen kunnen om organisatorische redenen niet worden ingehaald. Bij het indelen van de partijen zal gebruik worden gemaakt van de zgn. kruisjeslijsten, waardoor het mogelijk is om iedereen zoveel mogelijk tegen iedereen te laten spelen. De partijen van de eerste ronde zullen ingedeeld worden aan de hand van de om 19.00 uur aanwezige leden. Hierbij wordt geen rekening gehouden met de volgorde van binnenkomst. De partijen van de driebanders zullen op tafel 5 en 6 worden gespeeld.
2-5
Alle wedstrijden voor de clubcompetitie zullen worden gespeeld met biljartballen, die eigendom zijn van de vereniging. De vereniging zorgt voor het wekelijkse onderhoud van de ballen.
2-6
Het aantal door een lid te maken caramboles voor een partij libre in de clubcompetitie is vastgesteld op 20x het aan het einde van het vorige seizoen behaalde moyenne, afgerond naar boven. Er wordt gespeeld met een vast aantal van 20 beurten.
2-7
Het aantal te maken caramboles voor een partij driebanden in de clubcompetitie, is vastgesteld op 30x het op het einde van het vorige seizoen behaalde moyenne, afgerond naar boven. Er wordt gespeeld met een vast aantal van 30 beurten.
2-8
Het aantal te maken caramboles bij het bandstoten is 20x het op het einde van het vorige seizoen behaalde gemiddelde, afgerond naar boven. Er wordt gespeeld met een vast aantal van 20 beurten. Het seizoen bestaat dit jaar uit 1 periode van ca. 27 weken. Het deelnemen aan het bandstoten is niet verplicht. Het aantal te maken caramboles wordt aan het einde van deze periode herzien,
2-9
De puntentelling is voor libre, driebanden en bandstoten als volgt: elke 10% gemaakte caramboles geeft recht op 1 punt. Als het aantal caramboles dat gemaakt moet worden is gehaald, dan geeft dat 2 punten extra. Dus als het aantal caramboles is gehaald heeft men 12 punten. Elke 10% extra gemaakte caramboles
geeft ook 1 punt. Als voorbeeld: 80% van het aantal te maken caramboles is 8 punten, 100% is 12 punten en 135% is 12+3= 15 punten.
2-10
Het aantal te maken caramboles zal aan het einde van elke periode worden herzien, aan de hand van het behaalde moyenne. In principe alleen naar boven. Slechts aan het einde van het seizoen wordt het aantal te maken caramboles eventueel naar beneden bijgesteld. Bij bijzondere omstandigheden bepaald de wedstrijdleiding het aantal te maken caramboles.
2-11
Het opnieuw vaststellen van het aantal te maken caramboles gebeurt alleen als 10 of meer partijen zijn gespeeld,
2-12
Voor nieuwe leden wordt het aantal te maken caramboles vastgesteld na het spelen van 6 testpartijen. Na het spelen van 10 daarop volgende partijen in de clubcompetitie, wordt het aantal te maken caramboles eventueel herzien. Dit geldt voor libre, driebanden en bandstoten.
2-13
De nummers 1 en 2 van de ranglijst van elke periode hebben zich geplaatst voor de finale. Mocht een lid zich al hebben geplaatst in een voorgaande periode, dan gaat de daaropvolgende beste van die periode naar de finale. Een clublid kan maar aan 1 finale deelnemen. Heeft hij zich geplaatst in meerdere finales, dan kan hij kiezen aan welke hij gaat deelnemen.
2-14
De eindfinale zal bestaan uit 3 poules. Een poule van acht deelnemers libre en twee poules van vier deelnemers voor driebanden en bandstoten. De acht deelnemers van de poule libre spelen 1 ronde, waarna de 4 verliezers afvallen. Dan resten 3 poules met 4 deelnemers, n.l. 4 libre-spelers, 4 driebanders en 4 bandstoters. Het aantal behaalde punten bepaald de stand op de ranglijst. Nummer 1 speel tegen nummer 4 en nummer 2 tegen nummer 3. De verliezers en winnaars spelen dan nog een keer tegen elkaar zodat de nummers 1 t/m 4 bekend zijn. De puntentelling is, zoals beschreven in punt 2-9. De clubkampioenen libre, driebanden en bandstoten zijn dan bekend.
2-15
Elke partij begint met het zgn. trekken, om te bepalen welke speler van acquit gaat. Aan het einde van de partij heeft de andere speler eventueel de nabeurt nog.